Versie: 14 november 2024

Gebruik dit document bij voorkeur online. Er kunnen wijzigingen of aanvullingen worden aangebracht. Een PDF-versie is hier te downloaden.

 

Aanleiding

Wat is de aanleiding voor deze verkenning?

In de Nationale Dementie Strategie van VWS (2021 – 2030) staat ‘vanaf 2025 is elk regionaal dementienetwerk geborgd door middel van vastgelegde samenwerkingsafspraken en structurele financiering’. Het ministerie van VWS wil zich hier voor inzetten en heeft aan DNN laten weten dat zij de basisfinanciering van de regionale netwerken dementie vanaf 2026 via DNN wil laten verlopen. Het ministerie heeft daarom DNN gevraagd om te onderzoeken wat de inhoudelijke, financiële, juridische en fiscale consequenties hiervan zijn en of DNN mogelijkheden ziet om dit uit te voeren en wat de voorwaarden zijn om dit goed te kunnen doen.

Adviesbureau PwC voert een verkenning voor het DNN-bestuur uit om inzicht te geven in de gevolgen voor DNN en voor de regionale netwerken. In december 2024 neemt het bestuur  het principebesluit of het samen met het ministerie van VWS en de regionale netwerken in 2025 een uitwerking wil geven aan financiering van de regionale netwerken via DNN.

Waarom wil het ministerie van VWS de financiering veranderen?

Het ministerie van VWS heeft – samen met Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en DNN – geconstateerd dat het in de huidige situatie niet lukt om tot eenduidige financiering te komen. De financiering loopt nu voor een groot deel van de netwerken via de zorgverzekeraars, is overal verschillend geregeld en heeft een verschillende, soms onduidelijke, grondslag. Het gevolg is dat niet alle netwerken voldoende financiering ontvangen om optimaal te functioneren. In 2022 heeft DNN onderzoek hiernaar gedaan en vervolgens samen met ZN een aantal vervolggesprekken gehad met zorgverzekeraars. Duidelijk is geworden dat het niet gaat lukken om de zorgverzekeraars op één lijn te krijgen in de financiering van de netwerken dementie. Zorgverzekeraars gebruiken over het algemeen de financiering niet als sturingsinstrument (verantwoording). Ook herkennen zij zich niet in het beeld dat een deel van de netwerken onvoldoende financiering ontvangt.

Het ministerie heeft daarom besloten om alternatieven voor de huidige financiering in kaart te brengen. Belangrijke uitgangspunten waren daarbij eenduidigheid in financiering van netwerken, zicht op het kwalitatief functioneren, zicht op de activiteiten van de netwerken en inhoudelijk richting kunnen geven aan de netwerken.

Het ministerie van VWS heeft na intern overleg de voorkeur uitgesproken voor een variant waarbij de financiering van de netwerken via DNN verloopt en niet meer via de zorgverzekeraars. Zij zien DNN als meest geschikte partij hiervoor.

Waarom wil het bestuur deze verkenning?

Het bestuur heeft nog veel vragen rond verantwoordelijkheden, organisatie en uitvoering van deze nieuwe taak. Ook is de vraag of en hoe de huidige activiteiten van DNN zich kunnen verhouden tot deze nieuwe taak. Daarnaast wil DNN goed inzicht hebben in wat het voor regionale netwerken betekent als de financieringsstroom via DNN zou gaan verlopen. De verkenning kan ook leiden tot het besluit van het DNN-bestuur om de financiering niet via DNN te laten verlopen.

Wat vindt het bestuur positief aan financiering via DNN?

Het bestuur verwacht dat financiering via DNN bij kan dragen aan eenduidige financiering van de netwerken waardoor mensen met dementie en hun naasten overal in Nederland hetzelfde kunnen verwachten. Het biedt de mogelijkheid om als netwerken en als DNN zelf invloed te hebben op de continuïteit en toekomst van de netwerken. Het leidt tot eenduidige financiering van álle netwerken dementie, gevoed en gestuurd vanuit de netwerken zelf. Het bestuur verwacht dat er landelijk gezien een ruimere financiering ontstaat met een substantieel aantal uren netwerkcoördinator voor ieder netwerk. Het bestuur ziet deze financiering als kans om de netwerken met oog op de toekomst, en de rol die hen wordt toebedeeld, verder te verstevigen en professionaliseren.

Wat vinden de zorgverzekeraars hiervan?

Het ministerie van VWS heeft met Zorgverzekeraars Nederland (ZN) gesproken over hun  intentie om financiering via DNN te laten verlopen. Tot nu toe verloopt de financiering via de beleidsregel verpleging en verzorging. Zoals eerder genoemd wordt dit overal verschillend ingevuld. DNN heeft vernomen dat er zorgverzekeraars zijn die al voorsorteren op de nieuwe financiering en alleen korte termijn afspraken willen maken. Het is ook altijd goed te realiseren dat voor veel zorgverzekeraars de financiering van het netwerk een klein onderdeel is van alle financieringsafspraken met zorgaanbieders. Zij besteden er daardoor vaak weinig aandacht aan. Op dit moment lijken zorgverzekeraars een afwachtende houding aan te nemen.

Wat houdt het in dat financiering via DNN zou lopen?

Financiering via DNN betekent dat DNN een subsidie krijgt van het ministerie van VWS. Deze subsidie is bedoeld als basisfinanciering voor de regionale netwerken en voor de instandhouding van DNN zelf. DNN zorgt voor de verdeling van de gelden over de regionale netwerken dementie op basis van een vastgestelde verdeelsleutel. Deze verdeelsleutel maakt DNN in samenspraak met de regionale netwerken. Netwerken zullen hiervoor een activiteitenplan moeten maken dat in ieder geval voldoet aan de eisen die VWS stelt. Het streven is daarbij dat netwerken onderling kennis uitwisselen en elkaar inspireren.

 

De verkenning tot nu toe

Wat is er tot nu toe gebeurd in verkenning?

Adviesbureau PwC die de verkenning uitvoert heeft allereerst gesprekken gevoerd met het ministerie van VWS, het DNN-bestuur, netwerkcoördinatoren, samenwerkingspartners van netwerken en organisaties die als voorbeeld zouden kunnen dienen.

Op 3 oktober 2024 vond onder leiding van adviesbureau PwC de eerste fysieke werksessie plaats waar vertegenwoordigers van alle netwerken bij aan konden sluiten. Ook waren vertegenwoordigers van DNN en VWS aanwezig. De doelen, uitgangspunten en randvoorwaarden voor de verkenning en de toekomstige inrichting zijn doorgesproken en aangevuld. Aan de hand van scenario’s is besproken welke opties passend zouden kunnen zijn voor de inrichting van de governance en welke vormen van financiering geschikt zijn om te hanteren.

Op 5 november vond een tweede online werksessie plaats waar opnieuw vertegenwoordigers van netwerken, DNN en VWS aanwezig waren. Hierin is verder gesproken over de meest passende scenario’s en de consequenties hiervan voor de netwerken.

Wat is er tot nu toe uit de verkenning gekomen?

Uit de eerste sessie bleek een mengvorm tussen een gedeelde verantwoordelijkheid van DNN en de regionale netwerken waarbij DNN wel voldoende slagkracht kan behouden het meest wenselijke. De keuze is daarom gemaakt voor scenario’s met een combinatie van een leidende en gedeelde governance. Wat betreft financiering had een lumpsum financiering voor de basisfinanciering aangevuld met een projectfinanciering de voorkeur.

Met deze voorkeuren en de eerder geformuleerde doelen, uitgangspunten en randvoorwaarden heeft PwC een eerste schets van een samenwerkingsstructuur gegeven. De gevolgen hiervan voor de netwerken zijn verder besproken in de tweede sessie.

PwC zal deze voorstellen met voors en tegens verder uitwerken en aan het DNN-bestuur voorleggen. Het is aan het bestuur om daarover een principebesluit te nemen.

 

Financiering in de toekomst

Hoe gaat financiering voor de netwerken er in de toekomst uitzien?

Als financiering via DNN zou gaan verlopen, komt uit de verkenning tot nu toe het volgende meest wenselijke beeld naar voren:

  • Basisfinanciering via DNN (vanuit VWS) om de netwerken in stand te houden;
  • Projectfinanciering via DNN (vanuit VWS) voor nader te bepalen netwerk-specifieke activiteiten en projecten;
  • Financiering door netwerkpartners en/of beschikbare subsidies voor andere netwerk-specifieke activiteiten en projecten.

Welke kosten precies uit de basisfinanciering worden gedekt en welke uit de projectfinanciering moet in 2025 verder worden uitgewerkt. DNN en de regionale netwerken zullen dit gezamenlijk gaan doen.

Voor hoe lang zal de financiering van VWS zijn?

Het ministerie van VWS is voornemens om DNN een financiering voor 5 jaar te geven in de nieuwe situatie. Dat is de maximale periode dat het ministerie subsidies kan geven. Vanzelfsprekend is het idee om het daarna voor 5 jaar te verlengen.

Wat betekent het voor de bijdrage die netwerkpartners nu leveren?

De subsidie die het ministerie aan DNN verstrekt is bedoeld als basisfinanciering, om het netwerk in stand te houden of te bestendigen. Te denken valt bijvoorbeeld aan financiering van de netwerkcoördinator, een website en vergaderkosten. Wat precies onder basisfinanciering gaat vallen, moet in een vervolgtraject worden vastgesteld. Ieder netwerk zal daarnaast financiering nodig hebben voor het uitvoeren van projecten en activiteiten. Daar kunnen allerlei andere bijdragen en subsidies voor worden gebruikt. Het is goed voorstelbaar dat een netwerk de huidige bijdrage van de netwerkpartners handhaaft en daarmee projecten en activiteiten financiert.

Wat betekent het voor een netwerk als het niet mee willen doen? 

Op dit moment zijn alle netwerken in Nederland aangesloten bij DNN. Dit bestrijkt bijna alle gemeenten van Nederland. De basisfinanciering vanuit de zorgverzekeraars stopgezet zal worden als de nieuwe regeling gaat gelden. De basisfinanciering voor de netwerken verloopt dan voor alle netwerken via DNN. Het is niet verplicht om gebruik te maken van de financiering via DNN, maar er zal geen andere landelijke geldstroom zijn voor de basisfinanciering van een netwerk.

Wat betekent het voor de financiering van DNN?

DNN ontvangt sinds 2021 een subsidie van het ministerie van VWS met als doel te professionaliseren. Deze subsidie eindigt op 31 december 2025. Als de financiering vanaf 2026 via DNN gaat verlopen, zal DNN een nieuwe subsidie ontvangen om alle – bestaande en nieuwe – taken goed uit te kunnen voeren.

Wat gebeurt er als DNN niet instemt met uitwerking van de financiering via DNN?

Als DNN in december 2024 besluit niet in te stemmen, zal de huidige financiering van netwerken blijven bestaan. Het kan zijn dat het ministerie van VWS dan naar andere mogelijkheden op zoek gaat. DNN en de regionale netwerken zullen dan altijd minder invloed hebben op eenduidige financiering en minder actief bij kunnen dragen aan vergelijkbare ondersteuning en zorg voor mensen met dementie in het hele land.

 

Gevolgen voor netwerken en DNN

Brengt de nieuwe situatie extra administratieve lasten met zich mee?

Zowel het ministerie van VWS als DNN hebben aangegeven dat ze geen administratieve organisatie willen optuigen. Er zal een financiële en inhoudelijke verantwoording van DNN naar het ministerie van VWS moeten plaatsvinden. Dat houdt ook in dat DNN van de netwerken inhoudelijke plannen gaat vragen en daar bepaalde eisen aan moet stellen. Het streven is daarbij de administratieve last tot een minimum te beperken en liefst niet toe te laten nemen ten opzichte van huidige situatie. Wat van de regionale netwerken gevraagd gaat worden, kunnen DNN en de netwerken -binnen de kaders van het ministerie- met elkaar vastleggen. Die verantwoording zal gezocht worden in de lijn van meerjarenplannen en activiteitenplannen. De meeste netwerken maken die nu ook al om hun beleid te maken en zich te verantwoorden. 

Het regionale netwerk dementie is onderdeel van een groter netwerk? Hoe gaat het er dan uitzien?

Sommige netwerken maken deel uit van andere netwerken, bijvoorbeeld van een netwerk kwetsbare ouderen. Ook zijn er netwerken die als programma onder een grotere paraplu vallen. Bij het opstellen van de criteria voor de verdeelsleutel zal dat een belangrijk gegeven zijn. Uiteraard kunnen ook deze dementienetwerken dan aanspraak doen op de financiën. En de intentie is zeker niet dat zij zich anders moeten organiseren. Wel zal worden gekeken in hoeverre dementie specifiek aandacht krijgt.

Kan DNN de huidige taken blijven doen en huidige rol blijven vervullen?

DNN krijgt uiteraard een extra taak toebedeeld in de nieuwe situatie. Eén van de uitgangspunten voor de nieuwe bekostiging is dat de huidige taken en positie van DNN behouden blijven en dat DNN die onafhankelijk kan blijven uitvoeren: versterken van de netwerken en netwerkcoördinatoren, verbinden van de netwerken onderling en landelijk gesprekspartner zijn. De extra taak zal apart worden belegd in een vorm waar belangenverstrengeling voor de medewerkers en binnen DNN niet aan de orde zal zijn. Een scheiding tussen inhoudelijke en toetsende taken is van groot belang. Een voorbeeld van een organisatie waar dit al goed werkt is Regioplus. PwC heeft daar een intensief gesprek mee gevoerd.

Waarom komt er naast DNN niet een aparte organisatie voor de financiering?

Het ministerie van VWS heeft aangegeven dat zij inhoud en uitvoering van financiering juist onder één dak wil brengen. Financiering willen zij verbinden aan inhoudelijke plannen die door een ‘’inhoudelijke organisatie’’ worden beoordeeld. Het ministerie van VWS wil zich niet hoeven richten op de inhoud van de regionale netwerken. Een uitvoeringsorganisatie die los van het huidige DNN staat is daarom voor VWS geen optie.

Wordt DNN eigenaar van de regionale netwerken?

Dat antwoord is klip en klaar: ‘’nee’’. De netwerken blijven zelfstandige samenwerkingsverbanden zoals ze ook nu al zijn. De samenwerkingspartners sluiten samenwerkingsovereenkomsten en zijn met elkaar verantwoordelijk voor het functioneren van het netwerk. De aanbevelingen hierover in de Zorgstandaard Dementie blijven hiervoor leidend samen met de visie die DNN samen met netwerken heeft geschreven. Waar nodig, wordt dit specifieker uitgewerkt door DNN en netwerkpartners gezamenlijk.

Gaat DNN in de nieuwe situatie bepalen wat regionale netwerken doen?

Regionale netwerken behouden de regie en kunnen een eigen invulling aan het netwerk geven. Er zal zeker niet gestreefd worden naar een blauwdruk voor alle regionale netwerken, want dit zou de gewenste lokale inbedding schaden. Er wordt wel ingezet op een eenduidige financiering van alle netwerken. Met als belangrijkste doel ervoor te zorgen dat de kwaliteit van ondersteuning en zorg in heel Nederland gegarandeerd kan worden. Mensen met dementie en hun naasten kunnen overal rekenen op optimale steun en zorg.

 

Proces van verkenning

Wie zijn er betrokken bij de uitvoering van de verkenning?

De aansturing van de verkenning vindt plaats door een groep die bestaat uit 2 bestuursleden van DNN, een programmamanager van DNN en de landelijk coördinator van de implementatie van de Zorgstandaard Dementie. Er is tweewekelijks overleg tussen PwC en een projectgroep die bestaat uit twee netwerkcoördinatoren, een programmamanager van DNN en de landelijk coördinator van de implementatie van de Zorgstandaard Dementie.

Het bestuur van DNN krijgt voortdurend updates en stuurt bij daar waar nodig.

Het programmateam Organisatie – bestaand uit netwerkcoördinatoren – fungeert als klankbord voor de verkenning.

Waarom is de landelijk coördinator van de implementatie van de Zorgstandaard Dementie betrokken?

De Zorgstandaard Dementie is het kader voor de kwaliteit van zorg en ondersteuning van mensen met dementie en hun naasten en de standaard waarmee regionale netwerken dementie werken. Het implementatieprogramma van de Zorgstandaard Dementie is daarom inhoudelijk nauw verbonden met de praktijk van de regionale netwerken. DNN ziet (de implementatie van) de Zorgstandaard Dementie ook voor de toekomst als belangrijk kader. De verantwoordelijkheid van de implementatie van de Zorgstandaard valt ook nu al onder DNN omdat DNN de subsidie hiervoor van het ministerie van VWS ontvangt.

Wat gaat het ministerie van VWS doen?

Het ministerie van VWS is parallel aan de verkenning op zoek naar de noodzakelijke financiën voor de netwerken en voor DNN. Zij is hiervoor onder andere in gesprek met de zorgverzekeraars. Ook is financiering afhankelijk van de uitwerking van het regeerakkoord van het nieuwe kabinet. Als de keuze voor nieuwe financiering wordt gemaakt, wordt dit op z’n vroegst per 1 januari 2026 van kracht. Het ministerie is zich bewust dat de som van de huidige bedragen die zorgverzekeraars aan netwerken geven niet toereikend zal zijn. Zij moet naar extra middelen zoeken.

Wat is er tot nu toe over de verkenning gecommuniceerd?

Op 3 juli jongstleden zijn de netwerken via een brief aan alle netwerkcoördinatoren geïnformeerd. In juli en augustus vond een drietal informatieve lunchbijeenkomsten plaats voor alle geïnteresseerden. Vertegenwoordigers van het DNN-bestuur en van het ministerie van VWS zijn in gesprek gegaan met de aanwezigen.

Op 20 augustus jongstleden is een e-mail aan alle netwerkcoördinatoren verstuurd met informatie over de verkenning. Daarin werd ook verzocht om vertegenwoordigers uit het netwerk te benaderen om deel te nemen aan een tweetal werksessies (3 oktober en 5 november)

Via de maandelijkse nieuwsbrief worden updates gegeven over de verkenning. Deze link leidt naar deze updates. 

 

Het vervolg

Wat moet er in 2025 allemaal worden uitgewerkt?

In 2025 vindt de uitwerking en concretisering plaats van de nieuwe taken. Punten waar dat in ieder geval voor geldt zijn het maken van een verdeelsleutel, vaststellen waar een netwerk tenminste aan moet voldoen en wijze van verantwoording. Dit gaat DNN samen met de netwerken doen. Het biedt de mogelijkheid om als DNN én regionale netwerken met elkaar de kaders vast te stellen waar een netwerk aan moet voldoen en welke inhoudelijke (meerjaren-)plannen en begrotingen nodig zijn. Uiteraard hangt dit mede af van de voorwaarden die VWS gaat stellen.

Er wordt in de uitwerking rekening gehouden met de gevolgen voor de huidige financiering van de netwerken, zeker als deze in de huidige situatie al wel goed geregeld is. De betrokkenheid van partners in de regionale netwerken en wat het betekent als zij nu meebetalen is een aandachtspunt. Er moet gezocht worden naar de samenhang met de ontwikkelingen en financiering vanuit IZA, GALA, WOZO en de regionale organisaties of samenwerkingsafspraken die daaruit voort kunnen komen. Ook moet goed gekeken worden naar financiële vraagstukken, bijvoorbeeld  BTW over de subsidie.

Lukt het om in 2026 goed te starten?

Het bestuur stelt zich voor dat er sprake zal zijn van een fasering/ groeimodel. Het kan zich goed voorstellen dat in 2026 zoveel mogelijk uit wordt gegaan van de huidige situatie, bestaande plannen en afspraken en bestaande begrotingen. In de jaren daarna kunnen de netwerken en DNN met elkaar kijken hoe er naar een meer eenduidige situatie gewerkt kan worden.

Hoe gaat het verder?

PwC heeft alle input opgehaald en gaat daar nu een adviesrapport van maken.

Op 26 november a.s. bespreekt het DNN-bestuur de eerste versie van dat rapport.

Op 13 december 2024 neemt het bestuur een principebesluit om zich al dan niet in te zetten voor de financiering van de regionale netwerken dementie via DNN.

In 2025 gaat DNN samen met de regionale netwerken en het ministerie van VWS aan de slag met de verdere uitwerking en concrete invulling.

De financiering moet al worden opgenomen in de voorjaarsnota van 2025.  Voor het DNN-bestuur is een randvoorwaarde dat de subsidie van een zodanige omvang is dat adequate basisfinanciering van alle netwerken en van DNN mogelijk is.

Als aan alle voorwaarden is voldaan, is vanaf 1 januari 2026 de nieuwe financiering van kracht.  

 

Meer informatie

Waar kan ik meer informatie krijgen?

Het is niet mogelijk alle situaties en alle vragen in dit document te bespreken. Ook is het goed voorstelbaar als dit document juist vervolgvragen oproept.
Stuur een mail naar secretariaat@dementienetwerknederland.nl als je nog vragen hebt. Ook kun je telefonisch contact op nemen met Tjitske Binkhorst, programmamanager bij DNN, via 06-53591019.