DNN in dialoog met Marijn van Ballegooijen

10 juli 2025

In de serie ‘DNN in dialoog’ gaan we in gesprek met onze samenwerkingspartners. Hoe ziet de kracht van samen eruit in de praktijk? We laten professionals aan het woord.

Deze keer gaat Mieke in gesprek met Marijn van Ballegooijen, wethouder van de gemeente Amstelveen met onder andere de portefeuille Zorg en Welzijn, over de rol van gemeente in het dementienetwerk.

Wat is uw affiniteit met dementie?

Ik ben nu zo’n zeven jaar wethouder Zorg en Welzijn in de gemeente Amstelveen. Dementie is een belangrijk thema binnen mijn portefeuille. Net als veel Nederlanders heb ik dementie van dichtbij meegemaakt, bij mijn oma. In mijn functie zie ik dagelijks wat dementie doet met mensen en hun omgeving. We spreken bewoners tijdens bijeenkomsten, in buurthuizen of bij de Wmo-aanvragen. Dementie raakt duizenden inwoners.

Mijn visie op dementie is in de loop der jaren veranderd; het gaat niet alleen om zorg, maar om kwaliteit van leven, zingeving en sociale relaties. Juist dat bredere perspectief willen we als gemeente ondersteunen.

Amstelveen is onderdeel van het dementienetwerk Amstelland en de Meerlanden. Hoe ziet de samenwerking eruit?

Wij zitten als gemeente aan tafel bij het netwerk, al zijn we formeel geen onderdeel van de stuurgroep. Ambtelijk zijn we wel vertegenwoordigd. We dragen bij als opdrachtgever en financier, maar de dagelijkse uitvoering ligt natuurlijk bij de (zorg)organisaties zelf. Wat uniek is in onze regio: welzijnspartijen zitten nu ook actief aan tafel. Sterker nog, de voorzitter van het netwerk is afkomstig uit het welzijnsveld. Dat laat zien hoe sterk het belang van welzijn inmiddels wordt erkend.

Gemeenten spelen een belangrijke rol in het realiseren van IZA-doelen, met name op het gebied van preventie, welzijn en ondersteuning in de wijk. Betrekt de gemeente het dementienetwerk ook bij deze doelen?

Er zijn rondom zorg en welzijn veel overleggen, zelfs zo veel dat we soms denken dat we het wel erg ingewikkeld hebben gemaakt. Bij alle overleggen rond het thema ouderen zit Bertien (Netwerkregisseur dementienetwerk Amstelland en Meerlanden red.) of iemand uit het netwerk aan tafel. Er zijn aparte overleggen over zowel het IZA als dementie, waarin we proberen zaken niet dubbel te bespreken. We houden elkaar altijd op de hoogte van wat er speelt.

Welke rol ziet u voor de gemeente binnen het dementienetwerk?

De gemeente moet zorgen dat ons aanbod aansluit op de behoefte van inwoners én op de zorgverlening. Denk aan voldoende ontmoetingsplekken, een goede verbinding tussen casemanagement en sociaal domein, en passende Wmo-voorzieningen. Onze focus ligt steeds meer op de vroege fase van dementie, om preventief te kunnen ondersteunen en maatwerk te bieden. Verder is het als gemeente belangrijk om zorgmedewerkers zelf te betrekken bij beleid. Zo hebben we een werkconferentie georganiseerd met allerlei professionals rondom mensen met dementie. Hier hebben casemanagers in Amstelveen echt vanuit de gemeenschap een plan kunnen maken, dat werkt erg goed voor ons.

Wethouder Marijn van Ballegooijen overhandigt sleutel van nieuw Odensehuis

Wat doet de gemeente Amstelveen om welzijn meer te integreren in het beleid voor mensen met dementie?

We waren in Amstelveen pilotgemeente van de Sociale Benadering Dementie.  Die benadering richt zich op de mens achter de aandoening. In de praktijk betekent dit: individuele ondersteuning, aandacht voor welzijn, en het versterken van sociale netwerken. Deze werkwijze heeft ervoor gezorgd dat zorg- en welzijnspartijen elkaar beter zijn gaan begrijpen en samenwerken, zowel op bestuurlijk als operationeel niveau.

Zo zijn er duo’s gevormd tussen casemanagers en een medewerker van het sociaal benaderingsteam. Samen vormen zij in onze gemeente een sterk team. Ik geloof dat deze aanpak één manier is om welzijn meer te integreren in dementiezorg- en ondersteuning, maar niet dé manier. Een casemanager met een welzijnsachtergrond zou ook erg passen in het gedachtegoed van mensgerichte ondersteuning.

In gesprek met zorgverzekeraars en zorgkantoren merk ik dat ook zij het belang inzien van de beweging naar welzijn. We zouden soms allemaal willen dat we meer geld hadden, maar tot nu toe zijn de gesprekken met deze partijen eerlijk en constructief.  De sociale benadering dementie in Amstelveen wordt deels vergoed door de zorgverzekeraar, daar zijn we erg blij mee. Er wordt geld verschoven van de wet langdurige zorg naar gemeenten, zodat gemeenten meer slagkracht krijgen om ook dat preventieve werk goed te kunnen doen.

U noemde tijdens de startbijeenkomst van de actualisatie van de ZSD dat we een gedachteswitch moeten maken van crisiszorg naar preventief en sociaal. Hoe ziet u dat precies voor zich?

Gemeenten moeten beseffen dat ze nú moeten investeren in preventie. Wachten tot er een crisis ontstaat is op termijn juist duurder. Veel winst zit in het voorkomen van uitputting bij mantelzorgers, het behouden van een sociaal netwerk en het aanbieden van zingeving. Dat vraagt om flexibele, niet-bureaucratische ondersteuning.

We hebben nu al een tekort aan passende daginvulling, zeker voor groepen zoals jonge mensen met dementie en mensen met een migratieachtergrond. Er moeten meer lokale initiatieven komen, maar mensen moeten ook beter begeleid worden naar de juiste plek. We zijn daarom gestart met initiatieven om deze groepen beter te bereiken, zoals met een Arabisch sprekende medewerker die contact legt met families.

Goede initiatieven stuiten soms op veel financieringsschotten, ook vanuit de gemeente, die het moeilijk maken om structurele financiering te krijgen. Hoe denkt u daarover?

Dit herken ik inderdaad. Met name bij het subsidiëren van activiteiten zien we vaak dat financiering te veel leunt op individuele indicatiestellingen. Dat is naar mijn idee niet de juiste aanpak, zeker niet bij thema’s als dementie. Activiteiten zoals ontmoetingsplekken zouden eigenlijk collectief gefinancierd moeten worden. Op die manier geef je de professionals de ruimte om hun tijd en aandacht te besteden op een manier die zij zelf als het meest waardevol beoordelen. Verder is er vaak ook ruimte voor grote initiatieven die een paar jaar lopen. Dan hoeft het geen probleem te zijn om incidenteel te betalen.

Het vertrouwen in het oordeel van (zorg)professionals is essentieel. Het vergroot hun handelingsvrijheid én het effect van hun werk. Een goed voorbeeld in onze gemeente is de financiering van activiteiten bij overgang van thuis wonen naar een verpleeghuis. De professional regelt dat deze persoon toch naar de oude daginvullingsactiviteiten kan blijven gaan. Leidend is hierbij wat de persoon zelf wil, kan en wat belangrijk is voor hem of haar ongeacht de financieringsstromen. Hiervoor is dus geen keukentafelgesprek nodig, de professional regelt dit zelf. Hier wordt veel gebruik van gemaakt.

Verder zou er binnen de Wmo meer aandacht moeten zijn voor preventie, zeker bij dementie. Denk aan de mantelzorger – die speelt een cruciale rol, werkt vaak ontzettend hard en verdient echt meer ondersteuning. Als we dat goed organiseren, kunnen we veel problemen voor zijn.

Is de aanpak zoals u hem omschrijft ook geborgd voor de lange termijn?

We werken, zoals veel gemeenten, met een mix van structurele en meerjarige incidentele middelen. De sociale benaderingsaanpak is bij ons bijvoorbeeld structureel opgenomen in de begroting. Belangrijk is dat we goede pilots kunnen blijven draaien, maar ook dat we landelijk steun krijgen om succesvolle initiatieven op te schalen.

Daarnaast zetten we in op heldere communicatie richting bewoners. Samen met onze partners hebben we een website ontwikkeld met het volledige aanbod rondom dementiezorg in Amstelveen. Dat helpt mensen hun weg te vinden – iets waar veel behoefte aan is.

Wat zou u de dementienetwerken in Nederland willen meegeven?

Ik denk dat ik dit de dementienetwerken eigenlijk niet hoef te vertellen, maar ik pleit ervoor om mensen met dementie niet te zien als patiënten en de familie niet als mantelzorgers. Het zijn echte mensen met verhalen, behoeften en rollen in de samenleving. Zorg en welzijn moeten daarin samenwerken, elkaar aanvullen en vooral: vroeg aanwezig zijn. Want met de juiste ondersteuning kunnen mensen met dementie nog lang een waardevolle plek innemen in onze samenleving.

Wilt u verder nog wat kwijt?

Veel gemeenten zitten in financieel zwaar weer. We zijn met onze huidige financiering nog niet opgewassen tegen de stijging van het aantal mensen met dementie die er aankomt. We hebben daarbij echt hulp nodig van het rijk, maar ook van zorgkantoren en zorgverzekeraars.  Het is belangrijk dat we dat doen, want we kunnen inmiddels echt wel proefondervindelijk laten zien dat als wij geld investeren in preventie en sociaal leven, dat dat de kwaliteit van leven van mensen met dementie verbetert en zorgkosten bespaart.