Achter de schermen bij de toetsgroep maatwerktrajecten

18 februari 2025

Elke maand beoordeelt de toetsgroep de maatwerktrajectaanvragen die worden ingezonden door regionale netwerken dementie. Ze behandelen zowel verkorte voortrajecten als volledige maatwerktrajecten. Tijdens deze overleggen bespreken ze ook voortgangs- en eindrapportages en knelpunten. Wie zit er in de toetsgroep en hoe gaat dit proces in z’n werk? Een aantal leden van de toetsgroep vertelt hierover en geeft tips.


Even voorstellen

De toetsgroep bestaat uit vijf leden. 

  • Marieke van Werkhoven zit het overleg voor. Als landelijk coördinator van het implementatieprogramma van de zorgstandaard dementie verbindt Marieke de betrokken partijen die zich bezighouden met dementie in het algemeen en de zorgstandaard dementie in het bijzonder. 
  • Julie Meerveld (rechts op de foto) zet zich als manager belangenbehartiging bij Alzheimer Nederland in voor mensen met dementie en hun naasten. 
  • Veerle Knoop (links op de foto) schuift aan namens het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Daar werkt zij als senior beleidsmedewerker en als coördinator van de Nationale Dementie Strategie.
  • Serge Roufs van Verenso werkt als specialist ouderengeneeskunde en kaderarts psychogeriatrie.
  • Esther Otten vertegenwoordigt Dementie Netwerk Nederland. Als netwerkcoördinator van de dementienetwerken Gelderse Vallei en Veenendaal/Rhenen kent zij het regionale speelveld maar al te goed.
  • Sacha Leever is geen lid, als projectondersteuner van de implementatie van de zorgstandaard dementie zorgt zij voor verslaglegging.

 


Van aanvraag tot uitvoering: het proces van de toetsgroep onder de loep

Het indienen van een aanvraag wordt soms als een ingewikkeld proces ervaren. Regionale netwerken worstelen bijvoorbeeld met het formuleren van concrete doelen. Inzicht in het beoordelingsproces en waar de toetsgroep op let, kan ondersteuning bieden.

Ben je streng?   

“Nee”, is het gemeenschappelijke antwoord. “Maar het moet wel een kloppend verhaal zijn,” zegt Serge. Veerle is het daarmee eens. Het is volgens haar belangrijk dat de aanvraag bijdraagt aan een verbetering in de zorg en ondersteuning voor de mensen met dementie.

Julie noemt zichzelf “deels streng”. “Ik heb natuurlijk mijn vaste aandachtspunten. En in zo’n aanvraag staat eigenlijk heel weinig informatie, dus je hebt altijd vragen en opmerkingen. Maar iedereen in de toetsgroep wil dat de ondersteuning in de regio verbetert en zo kijken we er samen ook echt naar: wat kunnen we bedenken om dit voorstel verder te helpen?” 

 

“Van de betrokkenheid van mensen met dementie en mantelzorgers wordt het resultaat beter en dat geeft energie!”

 

Waar let je vooral op in de beoordeling van de aanvraag?  

“Ik let erop of de aanvraag iets bijdraagt aan het ‘grotere’ geheel en dat verschillende disciplines deelnemen aan het traject om het beter te laten slagen,” antwoordt Esther. 

“Of het gedachtegoed van zorgstandaard terugkomt in het verhaal. En of er participatie is aan tafel van cliënten, mantelzorgers en zorg professionals,” is Serges reactie. 

Ook Veerle let erop dat het maatwerktraject goed is afgestemd met de zorgstandaard. En dat er ook rekening wordt gehouden met de behoeften van de mensen met dementie en hun naasten. “Daarnaast vind ik het van belang dat dementienetwerken de mogelijkheid hebben om zelf te bepalen wat er in hun regio nodig is. En dat ze hiervoor een goede analyse doen en specifieke thema’s oppakken die voor het netwerk van belang zijn.”  

Julie sluit zich hierbij aan. “Van de betrokkenheid van mensen met dementie en mantelzorgers wordt het resultaat beter en dat geeft energie!”. Ook checkt Julie of vertegenwoordigers van mensen met dementie en mantelzorgers betrokken zijn zoals de regionale afdelingen van Alzheimer Nederland. 

 

 

Kun je een voorbeeld geven van een thema die je heel belangrijk vindt? 

Veerle vindt het belangrijk dat er wordt gekeken naar toekomstbestendigheid van zorg en ondersteuning voor mensen met dementie in het brede spectrum. En dat er ook aandacht is voor jonge mensen met dementie en mensen met een migratieachtergrond. 
Serge noemt een variatie van (dag)activiteiten, zodat er aangesloten kan worden bij de behoefte van veel mensen.  

Esther vindt meerdere onderwerpen belangrijk. “Het mooie is dat al die onderwerpen allemaal bijdragen aan een goede netwerkzorg. Ook aan het aanbod en samenwerking met allerlei disciplines en al die verschillende facetten zijn belangrijk en dragen bij dat er goede dementiezorg in jouw regio is.” 

Julie sluit zich hierbij aan. “Denk nóg meer na over ondersteuning van buurten. Wij pleiten voor dementievriendelijke buurten om de omgeving en ondersteuning voor mensen met dementie en hun naasten zo in te richten dat zij minder afhankelijk worden van professionele ondersteuning. Dat kan niet door mantelzorgers nog meer te laten doen. Onder dit thema is de verbinding van casemanagers dementie met buurtteams en activiteiten in de buurt cruciaal.” 

 

“Een aanvraag doen geeft een positieve wending binnen het werken van een netwerk, wat weer bijdraagt aan betere ondersteuning binnen je netwerk.”

 

Hoe weet je wat er voor de netwerken belangrijk is?  

“Ik ben zelf coördinator van een dementienetwerk en vanuit die ervaring schat ik het in,” antwoordt Esther. Serge reageert: “Ik kan uit ervaring spreken van zowel professional als manager en daardoor naar alle partijen luisteren.” 

Julie hoort over de netwerken via DNN, de 48 regionale afdelingen en 270 belangenbehartigers van Alzheimer Nederland. “Het team belangenbehartiging wordt ook vaak uitgenodigd door een afdeling of netwerkcoördinator om een presentatie te geven of mee te doen aan een regionale bijeenkomst, van Voerendaal tot Alteveer. Dat vind ik supernuttig, want dan voel en hoor je veel meer over hoe het gaat.” 

Veerle zegt dat VWS helaas wat verder van de netwerken af staat. “Maar door goed te luisteren naar veldpartijen zien wij ook wat er allemaal speelt en wat er voor de netwerken belangrijk is. Een voorbeeld is de problematiek over een structurele financiering van de dementienetwerken.” 

 

“Denk niet aan alle beperkingen waar je tegenaan loopt, wees een pionier en kijk naar wat er wel mogelijk is!”

 

Wat wil je meegeven aan een netwerk dat een aanvraag overweegt in te dienen?  

“Doen!” klinkt het in koor. “Het geeft een positieve wending binnen het werken van een netwerk, wat weer bijdraagt aan betere ondersteuning binnen je netwerk,” voegt Esther toe. Veerle vult aan dat het doen van een aanvraag niet zo moeilijk is als je denkt. “En daarnaast zijn wij als toetsgroep heel meedenkend om aanvragen nog beter te maken.” 

“Wees concreet over het resultaat waar je netwerk op koerst,” adviseert Julie. “Dat helpt om daadwerkelijk gewenste veranderingen te realiseren. Als ik  in een aanvraag veel algemene woorden en zinnen zie staan dan ben ik meteen alert. Hoe komt dat? Is de aanvraag nog onvoldoende uitgedacht? Concreet maken is hard werken. Want soms blijf je vaag omdat je anders draagvlak verliest.” 

 

Tenslotte, welke boodschap wil je nog kwijt? 

Serge: “Werk samen!”  

Veerle: “Wees creatief, denk niet aan alle beperkingen waar je tegenaan loopt maar wees een pionier en kijk naar wat er wel mogelijk is!” 

Julie: “Nothing about us without us. Doe het samen met mensen met dementie en mantelzorgers. Gebruik vooral ook de dementiemonitor met resultaten over de toepassing van aanbevelingen van de zorgstandaard.”  

Esther: “Ik vind het fijn om in de toetsgroep te zitten en dat we ook hier in het klein laten zien dat samenwerken en het gesprek aangaan belangrijk zijn om tot een juiste toetsing te komen. Ook het feit dat er financiële middelen beschikbaar worden gesteld, vind ik zeer waardevol. Dit helpt een netwerk op weg.” 

 


Wil je meer weten over maatwerktrajecten?
Bekijk de pagina over maatwerktrajecten.

Ben je een netwerkcoördinator en wil je een (verkort voorbereidend) maatwerktraject aanvragen?
Ga voor alle informatie, inspirerende voorbeelden en veelgestelde vragen naar de besloten DNN Hub.